Voorjaar 2023

En dan is het opeens weer voorjaar, gaan de breinaalden en de wol weer in de mand, zijn de laatste potten jam verkocht, heeft de diepvries weer gaten waar eerst tuinoogst lag opgeslagen, worden er hooguit nog wat taarten gebakken en wordt het weer noodzakelijk (en meestal ook wel leuk) om vaker naar de moestuin te fietsen.
In april volg ik nog een weckcursus, cadeau gekregen van een vriendin, en samen maken we pastasaus, zoetzuur,  bloemkool en rabarberchutney in (zie foto boven).

Het goede doel voor de jamverkoop 2022/2023 was dit keer het Helen Dowling Instituut, het oudste en grootste psycho-oncologische centrum van Nederland. Het instituut levert zorg aan mensen met kanker, maar ook aan hun familieleden - partners, ouders, kinderen - gericht op het omgaan met depressie, angst, trauma en/of vermoeidheid ten gevolge van kanker. 
In april kreeg ik na het overmaken van de donatie een mail van de afdeling fondsenwerving van het HDI:
Zojuist zag ik uw bericht en donatie binnenkomen. 
Wat ontzettend mooi dat u met de verkoop van jam het HDI wilt steunen. Dank u wel!
In het afgelopen jaar hebben we 2.300 cliënten kunnen helpen bij de emotionele verwerking van kanker, ongeacht hun prognose, leeftijd en ziektefase. Patiënt of naaste. Elk jaar weer groeit het aantal aanmeldingen voor onze zorg en we hopen iedereen te kunnen helpen die daar behoefte aan heeft. Een ambitie waarvoor we ons elke dag hard inzetten, gesteund door financiële hulp van mensen zoals u die ons een warm hart toedragen.

Dit bedankje is natuurlijk ook aan jullie gericht, mijn trouwe jamkopers.

Op de tuin

Na de winter is het altijd weer afwachten wat er over is van de vaste planten, struiken en bomen op de tuin. En wat ze in het voorjaar weer gaan doen.

Ik word altijd weer heel blij als de fruitbomen, zoals de peer en de stoofpeer, weer bloesembloempjes krijgen. Als de rabarber weer stengels gaat vormen. De bessenstruiken en vaste planten weer blad krijgen. Hergebruik vormt een groot onderdeel van het werk op de tuin. Zo vlecht Sabine, mijn tuinmaatje, een laag hekje om de vijgenboom van afgezaagde wilgentakken. 

boven: peer / onder: bessenstruiken

boven: stoofpeer / onder: rabarber

hekje van wilgentakken om de vijgenboom

rode boerenkool

Afhankelijk van wat je wanneer zaait, is er soms in het vroege voorjaar nog iets te oogsten. Op mijn tuin staat er in april nog rode boerenkool. Boerenkool bevat veel voedingsstoffen, vezels en antioxidanten. Rode boerenkool heeft door de rode kleurstof nog extra sterke antioxidanten. Deze werken ontstekingsremmend. Voorheen werd boerenkool alleen gegeten als stamppot. Nu wordt het in veel meer gerechten gebruikt zoals in salades en pesto en ik heb hier een boerenkoolquiche mee gemaakt.

Je hoort vaak zeggen dat boerenkool lekkerder smaakt als er vorst is geweest. Als je boerenkool normaal te bitter vindt smaken, vind je deze groente misschien wel lekker na een nacht vrieskou.

De smaak verandert namelijk als het vriest. Dat heeft te maken met het proces dat zetmeel bij vorst wordt omgezet in suiker. En boerenkool bevat veel zetmeel. Dit proces zorgt ervoor dat de planten beter tegen de kou kunnen. Doordat er meer suiker in de plant komt te zitten, is de kans op stukvriezen kleiner.

Niet iedereen is het eens met deze verklaring. Als je hier meer over wilt lezen, kijk dan eens op stamppotmaandag.nl. 

Ik was bekend met dit fenomeen maar loste dit – vond ik zelf heel slim – op door de boerenkool in te vriezen. Dan krijgt het ook te maken met temperaturen onder 0. Maar dat blijkt niet zo te werken. De groente koelt dan te snel af en dat schijnt geen invloed te hebben op de smaak. Nou ja, mij smaakt het er niet minder om.

En dan mag half april ook het water er weer op. Op mijn tuin staat een waterput met daarin een kraan en een aftapkraantje. In de winter moet het water op alle tuinen worden afgesloten vanwege bevriezingsrisico van de waterleiding en in het voorjaar mag het er weer op. En elk jaar moet ik weer kijken wat de volgorde is van de handelingen omdat ik altijd vergeet wanneer het aftapkraantje open moet en weer dicht, en op welk moment de hoofdkraan dicht moet en de kraan in het huisje open. Bij het er weer opzetten van het water is dat hetzelfde verhaal: ik moet weer op zoek naar de mail waarin staat hoe de volgorde van handelen is. En als ik het goed heb gedaan, komt er weer schoon stromend drinkwater uit de kraan in mijn tuinhuis, wat ik overigens niet mag gebruiken om de planten mee te begieten. Daarvoor haal ik emmertjes uit de sloot.  

peulvruchten

snijbiet

rucola

mais

Half april durven we het aan om te gaan zaaien. Sabine en ik hebben een plan gemaakt waarin beschreven is wat in welke bak gezaaid kan worden. Een aantal weken later komen er herkenbare blaadjes en takjes boven de grond uit. Dit levert soms ook frustratie op als er uit de tientallen in de grond gestopte zaden, maar 4 plantjes komen die dan ook nog aan alle kanten worden aangevroten zoals bij de peulvruchten het geval is. Gelukkig hebben de snijbiet, rucola en mais meer geluk. Die worden nog relatief met rust gelaten.

De nog groene aardbeien worden gepamperd met een bedje van stro. De hoop is dat ze hiermee beter beschermd worden doordat ze na regenbuien niet op de natte aarde liggen en niet gaan schimmelen of rotten. En het stro zorgt ervoor dat de bodem koeler blijft in de zomer en dat we minder hoeven te gieteren bij de aardbeien.

aardbeien

Elk jaar worden de wilgen geknot. Dat betekent dat alle takken eraf worden gezaagd en geknipt en die komen dan op een grote hoop op de tuin te liggen. Daarna worden de dunne twijgen eraf geknipt, die worden op de takkenril gelegd zoals in de achtergrond te zien op de linker foto. En met een boomzaag worden de dikke uiteinden eraf gezaagd. Die zijn voor in de vuurtrommel. En terwijl we zo bezig zijn, is er regelmatig “au!”, “o, een pleister”, “bloed!” of “je moet ook je handschoenen aandoen!” te horen. 


Vorige jaren reed ik met een auto vol takken naar mijn broer in Zoetermeer om daar alle takken door een hakselaar te duwen en dan reed ik met zakken vol houtsnippers weer terug naar de tuin om de snippers daar te gebruiken als paadjes en als laagje op de aarde om onkruid tegen te houden. Dit jaar hebben we zelf een hakselaar aangeschaft. Sabine en ik huren een aggregaat van de volkstuinvereniging en staan een paar uur in de herrie. Maar dan heb je ook wat! 

Uit de keuken

Begin maart kreeg ik van een vriendin 9 kilo bittersinaasappels aangeboden. Deze vrucht, ook wel pomerans of zure sinaasappel genoemd, lijkt op de zoete sinaasappel, maar smaakt heel anders. De schil van de bittersinaasappel is aromatisch en het vruchtvlees is bitter. Hij is bij uitstek geschikt om marmelade van te maken.

Toch moest ik even over het aanbod nadenken. 9 Kilo? Hoe krijg ik dat weggewerkt? Hoeveel mensen in mijn omgeving eten graag marmelade op hun brood of beschuitje? Met andere woorden: aan wie kan ik het kwijt? Hoeveel gas kost me dat niet, om al die sinaasappels zacht te laten stoven? Ik besloot de helft aan te nemen en uit te proberen of ik de sinaasappels in een provisorisch in elkaar gezette hooimadam (tip van een vriendin), een plastic kratje met daarin een slaapzak, kon koken. En zowaar, het werkte. Na de sinaasappels even gekookt te hebben, zette ik ze in de slaapzak en de volgende ochtend waren ze helemaal zacht geworden.

Marmelade maken is een tijdrovende klus. Eerst was je de sinaasappels, dan in een pan met water, bord op de sinaasappels zodat ze niet blijven drijven en koken tot ze zacht zijn. Dan vis je ze uit de pan, laat je ze afkoelen, snijd je ze doormidden en schep je het vruchtvlees eruit.

Het sap dat daarbij vrijkomt, vang je ook op. De schillen snij je allemaal in dunne reepjes. Het vruchtvlees en de pitten kook je met wat water. Daarna wrijf je dat door een zeef.

Dat breng je met het kookvocht, het opgevangen sap en de schilletjes weer aan de kook en dat laat je inkoken. Als laatste suiker en citroensap erbij en dan kan het in de potten. De marmelade is verkrijgbaar bij VillaNora.

Nu worden de voorbereidingen getroffen voor de periode dat er jam wordt gemaakt. Potten worden verzameld, etiketten worden eraf geweekt en de potten worden goed schoongemaakt en belanden uiteindelijk op de planken van het jampottenkastje. Inmiddels staat het kastje vol en is het wachten op de oogst.

Taarten en andere baksels

Na een paar maanden denken ben ik er nog steeds niet uit wat ik met mijn taarten en cakes wil. Het lijkt me nog steeds heel leuk om ze te verkopen via de site, maar het blijft nog puzzelen hoe ik de baksels een – in mijn ogen – beetje normale prijs kan geven en ik toch niet helemaal voor nop iets sta te bakken of moet gaan inboeten op de kwaliteit van de ingrediënten. Maar ik blijf bakken en vind hier nog wel de juiste vorm voor.

Van de naald

Deze prachtige antractiekleurige ajourdeken heeft via een vriendin zijn weg gevonden naar een pasgeboren mannetje.  Zowel de gever, als de ouders van de baby waren er superblij mee. En de baby? Vast ook, zo te zien. 

En eindelijk het steenrode dekentje afgerond waar ik al lang mee bezig was. Zodra het is gewassen, in vorm gemaakt, voorzien is van een label én – niet onbelangrijk -  een passende naam, zal het op de bestelpagina op de website te vinden zijn. Er zijn nog verschillende dekens te koop, leuk om cadeau te geven!

Maar ook van zoiets ontspannends als breien kun je overbelast raken en dus heb ik dat in de winter op een laag pitje gezet. Omdat ik het toch niet helemaal kon laten, ben ik verder gegaan met de kleine lapjes van restjes wol. Van een flinke stapel lapjes in diverse kleuren, van verschillende groottes en met verschillende patroontjes ben ik een slinger gaan maken. 

Eenmaal opgehangen was het toch niet naar mijn zin. Kleurrijk, dat wel, maar de lapjes hingen als uitgerekte of juist gekrompen vaatdoeken aan de lijn. Daar krijg je geen feestgevoel van. 
Zodra de tuin minder aandacht vraagt en er weer meer tijd komt voor creatieve activiteiten, zullen de lapjes weer worden uitgehaald en ga ik een nieuwe poging tot restverwerking doen, maar dan met een haaknaald als instrument. Hakend is het volgens mij veel gemakkelijker om driehoekjes te maken. 

Wie weet krijg ik dat haken ook nog eens onder de knie. Om het mezelf te leren ben ik nu begonnen met het haken van een memoryspel in de vorm van schildpadjes. Waarom makkelijk beginnen als het moeilijk kan?                                Maar verder dan een stuk buik van mama schildpad ben ik nog niet gekomen. En daar heb ik dan al een korte haakinstructie van een collega voor nodig gehad en praktische en verbale ondersteuning van een vriendin. Maar, hoe zeggen ze dat ook al weer: iets met 'nooit' en 'te oud'?